de steen is sterk,
maar het ijzer breekt hem.
het ijzer is sterk,
maar het vuur smelt het.
het vuur is sterk,
maar het water blust het.
het water is sterk,
maar de zon verdampt het.
de zon is sterk,
maar de wolk verduistert haar.
de wolk is sterk,
maar de wind verdrijft hem.
de wind is sterk,
maar de mens weerstaat hem.
de mens is sterk,
maar de dood slaat hem neer.
de dood is sterk,
maar sterker dan de dood is de liefde.
de liefde vergaat nimmer meer.